Hoofdstuk 5
Krankzinnig verklaard.
“Hier is een arm
meisje dat gedrogeerd is”, legde de rechter uit. “Ze lijkt op mijn zus en iedereen
kan zien dat het een goed meisje is. Dit kind interesseert me en ik wil net
zoveel voor haar doen als voor mijn eigen kind. Ik wil dat u aardig voor haar
bent”, zei hij tegen de ambulancedokter. Toen wendde hij zich tot mw. Stanard
en vroeg haar of ze me niet nog een paar dagen bij haar kon houden, totdat mijn
zaak onderzocht werd. Gelukkig zei ze dat ze dat niet kon, omdat alle vrouwen
in het Huis bang voor me waren en zouden vertrekken als ik daar zou verblijven.
Ik was erg bang dat ze me bij zich zou willen houden als haar een geldelijke vergoeding verzekerd werd en daarom zei ik iets over het slechte eten en dat ik niet van plan was om
terug te gaan naar het Huis. Toen kwam het onderzoek; de dokter zag er erg
bekwaam uit en ik had geen sprankje hoop dat ik hem zou kunnen bedriegen,
toch was ik vastbesloten om met deze schijnvertoning door te gaan.
“Steek uw tong uit”,
beval hij krachtdadig.
Ik grinnikte
inwendig bij de gedachte.
“Steek uw tong uit
als ik het zeg”, zei hij.
“Dat wil ik niet”,
antwoordde ik eerlijk genoeg.
“Het moet. U bent
ziek en ik ben een dokter.”
“Ik ben niet ziek en
ook nooit geweest. Ik wil alleen mijn koffers.”
Maar ik stak toch mijn
tong uit die hij op een aandachtige manier bekeek. Daarna voelde hij mijn pols en
luisterde naar mijn hartslag. Ik had geen flauw idee hoe het hart van een
krankzinnige sloeg, dus hield ik mijn adem in terwijl hij luisterde, totdat ik
naar adem moest snakken toen hij stopte. Daarna keek hij hoe mijn pupillen
reageerden op het licht. Terwijl hij zijn hand op anderhalve centimeter afstand
van mijn gezicht hield, vroeg hij me ernaar te kijken, waarna hij hem haastig
wegtrok en mijn ogen onderzocht. Het was me een raadsel hoe krankzinnigheid
zich in het oog uitte, dus dacht ik dat het onder de omstandigheden het beste
was om te staren. Dus deed ik dat. Zonder te knipperen klonk ik mijn ogen vast
aan zijn hand en toen hij hem weghaalde, verzamelde ik al mijn kracht om mijn
ogen ervan te weerhouden om te knipperen.
“Wat voor drugs
heeft u ingenomen?”, vroeg hij me toen.
“Drugs!”, herhaalde
ik verwonderd. “Ik weet niet wat drugs zijn.”
“De pupillen zijn al verwijd sinds ze in het Huis arriveerde. In de tussentijd zijn ze niet één
keer veranderd”, legde mw. Stanard uit. Ik vroeg me af hoe ze dat kon weten,
maar ik hield me rustig.
“Ik geloof dat ze
belladonna* heeft gebruikt”, zei de dokter en voor het eerst was ik blij dat ik
een beetje bijziend was, wat de verklaring voor de verwijde pupillen was. Ik
vond dat ik zo eerlijk mogelijk moest zijn zolang het mijn zaak niet schaadde,
dus vertelde ik dat ik bijziend was, dat ik helemaal niet ziek was en dat
niemand het recht had om me vast te houden als ik mijn koffers wilde vinden. Ik
wilde naar huis. Hij schreef van alles op in een lang, smal boek en zei toen dat hij me naar huis zou brengen. De rechter zei dat hij me mee moest nemen
en vriendelijk tegen me moest zijn en dat hij de mensen in het ziekenhuis moest zeggen dat ze vriendelijk moesten zijn en alles voor me moesten doen wat ze konden. Hadden we maar meer mensen zoals rechter Duffy, dan zou het leven minder duister zijn voor de arme ongelukkigen.
Ik kreeg meer
vertrouwen in mijn vaardigheden nu een rechter, een dokter en allemaal andere
mensen mij krankzinnig hadden verklaard en ik deed mijn voile met tamelijk veel
plezier voor mijn gezicht toen mij verteld werd dat ik naar koets zou worden
gebracht en later naar huis kon gaan. “Ik ben zo blij dat ik met u mee ga”, zei
ik en dat meende ik. Ik was inderdaad erg blij. Nogmaals begeleid door agent
Brockert liep ik door de kleine drukke rechtszaal. Ik was tamelijk trots op
mezelf toen ik via een zijdeur naar een steegje ging waar de ambulance
klaarstond. Bij de gesloten en getraliede poorten stond een klein kantoor dat door verscheidene mannen en grote boeken werd bezet. We gingen allemaal naar
binnen en toen ze me allemaal begonnen te ondervragen, onderbrak de dokter
ze en zei dat hij alle papieren had en dat het nutteloos was om me verder te
ondervragen, aangezien ik toch niet in staat was te antwoorden. Dit tot mijn grote
opluchting, want ik was op van de zenuwen. Een ruig uitziende man wilde me naar
de ambulance brengen, maar ik weigerde zijn hulp zo resoluut dat de dokter en
de politieagent hem zeiden te stoppen en zelf de galante taak op zich namen.
Ik ging niet zonder weerstand de ambulance in. Ik maakte de opmerking dat ik
nog nooit eerder zo’n koets had gezien en dat ik er niet in wilde rijden, maar
na een tijdje liet ik me door ze overtuigen, wat al vanaf het begin mijn plan
was geweest.
Ik zal die rit nooit
meer vergeten. Nadat ik op een gele deken werd neergelegd, kwam de dokter naar
binnen en ging naast de deur zitten. De grote hekken zwaaiden open en de
vreemde menigte die zich had verzameld, week naar achteren om ruimte te maken
voor de achteruit rijdende ambulance. Hoe ze een glimp probeerden op te vangen
van het gekke meisje! De dokter zag dat ik het niet fijn vond dat de mensen me
aanstaarden en deed hoffelijk de gordijnen dicht nadat hij naar mijn wensen
had gevraagd. Dit weerhield de mensen er nog steeds niet van om te blijven. De
kinderen renden achter ons aan, riepen van alles in straattaal en probeerden
onder de gordijnen te gluren. Het was een nogal interessant ritje, maar ik moet
zeggen dat het wel ondragelijk zwaar was. Ik hield me vast, maar er was niet veel
om me aan vast te houden en de chauffeur reed alsof hij vreesde dat iemand ons
zou inhalen.
*Wolfskers, ook wel bella donna genoemd, is een vaste plant uit de nachtschadefamilie. Vrouwen druppelden tijdens de Renaissance het atropine bevattende sap uit de plant in hun ogen om de pupillen te verwijden en ze donkerder en glanzender te maken. Bij matig inwendig gebruik kunnen er waanvoorstellingen en roestoestanden optreden.(bron: Wikipedia)
Tien Dagen in een Gekkenhuis door Nellie Bly - Hoofdstuk 6
Terug naar:
Tien Dagen in een Gekkenhuis door Nellie Bly - Hoofdstuk 1
Tien Dagen in een Gekkenhuis door Nellie Bly - Hoofdstuk 2
Tien Dagen in een Gekkenhuis door Nellie Bly - Hoofdstuk 3
Tien Dagen in een Gekkenhuis door Nellie Bly - Hoofdstuk 4
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Heb je vragen of ander commentaar, plaats ze hier.