In deze twee bioscoopjournaals worden beelden van de operatie Chowhound getoond. Na de hongerwinter van oktober 1944 tot april 1945 kampten er nog honderdduizenden Nederlanders met voedseltekorten. Op 1 mei 1945 werd tussen de geallieerden en Duitsers het Akkoord van Achterveld gesloten. Er werd afgesproken dat de geallieerden vanuit Engeland met hun vliegtuigen voedselpakketten in West-Nederland mochten droppen. De voedseldistributie vond plaats tijdens twee operaties, Manna (voedsel dat God volgens de Hebreeuwse Bijbel aan de Israƫlieten gaf) en Chowhound (Grote Eter) genaamd.
De operatie Manna werd op 29 april onder leiding van de Britten uitgevoerd. Ze gebruikten hierbij 242 Lancaster bommenwerpers. De RAF (Royal Air Force) dropte o.a. voedsel nabij Rotterdam, Gouda en Ypenburg. Op 1 mei kwamen de United States Army Air Forces (USAAF) ook in actie met hun B-17 bommenwerpers, deze operatie kreeg van de Amerikanen de naam Chowhound. Tijdens deze samenwerking tussen de Amerikanen en Britten werden de voedseldroppings verdubbeld. De Britten en de Amerikanen hadden ieder hun eigen zones. Er werd voedsel gedropt boven o.a. Utrecht, Hilversum, Gouda en Alkmaar. De Amerikanen dropten voedselpakketten boven o.a. Schiphol. Deze operaties zouden bij elkaar 8 dagen duren (van 29 april tot 8 mei). In totaal werd er meer dan 11.000 ton aan voedsel uitgestrooid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Heb je vragen of ander commentaar, plaats ze hier.