De nacht
voor Kerstmis
Door
Clement Clarke Moore
‘t Was de nacht voor Kerst, in het hele huis,
Verroerde geen enkel wezen zich, zelfs geen muis;
De sokken met zorg opgehangen bij de schouw,
In de hoop dat de Kerstman snel arriveren
zou;
De kinderen lagen lekker knus opgerold in hun
bed,
Dansende beelden van suikerpruimen in hun
hoofdjes vastgezet,
Mama haar sjaal om, ik mijn muts opgedaan,
Mama haar sjaal om, ik mijn muts opgedaan,
Wilden net een lange winterslaap ingaan –
Toen er een luid geklepper klonk buiten op
het gras,
Ik sprong uit bed om te zien wat er was.
Als in een flits kwam ik bij het venster aan,
Gooide de luiken open, en omhoog ging het
schuifraam.
De maan op de borst van de vers gevallen
sneeuw gevleid,
Gaf alles beneden de glans die ‘n middag
verspreidt;
Dan, alsof mijn ogen dwalende zijn,
Zie ik een miniatuurslee en acht rendieren,
zó klein,
Een kleine oude bestuurder, zo levendig en
snel,
Dat moet de Kerstman zijn, wist ik in een
tel.
Zijn rendieren vlogen sneller dan een
adelaar,
En hij floot, schreeuwde en riep
achterelkaar:
“Nu! Dasher, nu! Dancer, nu! Prancer, en Vixen,
Hup! Comet, hup! Cupid, hup! Donder en
Blitzen;
“Over de heg! En de muur op!
“In galop! In galop jullie! In galop!”
Zoals droge bladeren opvliegen voor een
razende orkaan,
En als ze een obstakel tegenkomen, de lucht
ingaan
Zo naar het dak vloog de rendierslee,
Vol met speelgoed, en de Kerstman ook nog
mee.
En toen, in een wenk, hoorde ik op de nok
Van iedere kleine hoef het gesteiger en
gebok.
Ik trok mijn hoofd terug, keek om me heen,
Daar sprong de Kerstman uit de
schoorsteen:
Hij was gehuld in bont, van top tot teen,
Met een laag as en roet eroverheen;
Over zijn schouders een bundel speelgoed,
Net een venter die zijn waren tonen moet:
Zijn ogen - ze twinkelden! Zijn kuiltjes hoe
fris!
Zijn wangen als rozen, zijn neus die net een
kers is;
Zijn grappige mondje als een boog
opgetrokken,
De baard van zijn kin zo wit als
sneeuwvlokken;
De steel van een pijp stevig in zijn mond,
Als een krans danste de rook zijn hoofd rond.
Hij had een breed gezicht, een rond buikje
daarbij
Dat schudde als hij lachte, als een kom vol
gelei:
Hij was mollig en rond, een echte vrolijke
oude elf,
En ik lachte toen ik hem zag, in weerwil van
mezelf;
Een knipoog en een draai van zijn hoofd
Hadden me snel van mijn zorgen beroofd.
Hij sprak geen woord, was meteen druk,
Vulde alle sokken; toen draaide hij zich om
met een ruk,
Hij legde zijn vinger op zijn lippen
En knikte, om daarna door de schoorsteen te
glippen.
Hij sprong op zijn slee, riep zijn team
fluitend aan,
En weg vlogen ze, als distelpluis
hiervandaan:
Maar ik hoorde hem roepen, voordat hij
verdween -
“Een Gelukkig Kerstfeest en een goede nacht
iedereen.”
© 2016 BreinWekker. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Kijk en luister hier naar het gedicht met oude illustraties:
Lees hier de originele Engelstalige versie.
Lees ook:
Lees ook:
- Het oudste geïllustreerde Amerikaanse Kerstgedicht: 'Old Santaclaus with much delight' (1821)
- De invloed van de Nederlandse Sint Nicolaas op de Kerstman of Santa Claus in Amerika
- De eerste en oudste afbeelding van de moderne Kerstman
- De originele versie van Jingle Bells uit 1857
- Bestaat de Kerstman? Ja, Virginia, de Kerstman bestaat
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Heb je vragen of ander commentaar, plaats ze hier.