Greep uit de artikelen

zaterdag 7 juli 2018

De onna bugeisha: Japanse vrouwelijke krijgers van de samoerai klasse

Alhoewel de titel samoerai alleen aan mannen was voorbehouden, waren er vrouwelijke strijders die zij aan zij met hen in oorlogen vochten. Deze vrouwelijke strijders van de samoerai (of bushi) klasse werden onna bugeisha genoemd. De vrouwelijke leden van de krijgsadel werden over het algemeen niet klaargestoomd voor het slagveld, maar om in oorlogstijd hun kuisheid en huis en haard te kunnen verdedigen. Vrouwen mochten geen zwaard (katana) bij zich dragen. Als wapen gebruikten ze vaak een naginata, een houten staf met aan het uiteinde een gekromd lemmet. Doordat dit een langer wapen was dan het zwaard gaf dit de vrouwen een voorsprong op hun fysiek sterkere mannelijke tegenstanders. Om dezelfde reden was de pijl-en-boog ook een veel gebruikt wapen. 

Waarschijnlijk zijn de vrouwen die wel actief deelnamen aan de strijd al dan niet opzettelijk onderbelicht gebleven in de geschiedschrijving. Archeologische vondsten in een graf nabij de stad Numazu waar in 1580 veldslagen zijn uitgevochten, zouden aantonen dat van de 105 gevonden lichamen vijfendertig vrouw waren. Bij drie andere opgravingen werden soortgelijke ontdekkingen gedaan. De Meijiperiode markeerde het einde van de samoeraiklasse en dus ook van de onna bugeisha. De vrouwen werden in een ondergeschikte rol gedwongen en beperkt tot het leiden van een huishouden. Hieronder een aantal afbeeldingen van beroemde onna bugeisha in de Japanse geschiedenis.




Keizerin Jingū (ca. 170 n. Chr- ca. 269 n.Chr.)


Keizerin Jingū zou de eerste onna bugeisha zijn. Ze was de gemalin van Keizer Chūai. Men weet niet veel van het leven van Jingū, waardoor haar leven mythische proporties heeft aangenomen. Na de dood van haar man nam ze de troon over en werd keizerin. Volgens oude Japanse historische geschriften zou ze de invasie van Korea hebben geleid en keerde ze na drie jaar zegevierend terug.



Keizerin Jingū valt Korea binnen







Hangaku Gozen (leefde rond de twaalfde en dertiende eeuw)


Hangaku Gozen (Jonkvrouw Hangaku) leidde samen met haar neef een leger van wel 3000 man om het fort Torisakayama te verdedigen. Dit was onderdeel van de opstand tegen het Kamakura-shogunaat dat de absolute macht in Japan in handen had. Ze waren echter geen partij voor hun tegenstander met een leger van 10.000 man. Hangaku Gozen raakte gewond door een pijl. Ze werd gevangen genomen en naar de shōgun (de militaire heerser) Minamoto no Yoriie gebracht. Hier zou ze verliefd zijn geworden op een samoerai. De shōgun zou ze toestemming hebben gegeven om te trouwen. Ze zouden één dochter hebben gekregen.




Tomoe Gozen (1157-1247)


Tomoe Gozen (Jonkvrouw Tomoe) is een van de beroemdste vrouwelijke krijgers in Japan. Ze werd geroemd om haar moed en kracht. Ze was de geliefde of echtgenote van generaal Minamoto no Yoshinaka en diende onder hem tijdens de Genpei oorlog van 1180 tot 1185, een conflict tussen twee machtige samoerai-clans. Er wordt uitgebreid over haar geschreven in het oorlogsepos Heike Monogatari.



Tomoe Gozen in gevecht met de samoerai Uchida Ieyoshi en Hatakeyama Shigetada


De samoerai Uchida leyoshi is in de geschiedenis vooral bekend geworden doordat hij gedood werd door Tomoe Gozen en de samoerai Hatakeyama Shigetada is voornamelijk bekend geworden omdat hij er niet in slaagde om Tomoe Gozen te doden.





Ishi-jo (begin achttiende eeuw)


Ishi-jo was de vrouw van de beroemde ronin (een samoerai zonder meester) Ōishi Yoshio, bekend geworden door de gebeurtenis die bekend staat als 'De wraak van de zevenenveertig Ronin': De krijgsheer (daimyo) Asano Naganori kreeg de doodstraf via zelfmoord (seppuku) met als gevolg dat zijn samoerai ronin werden, samoerai zonder meester, en hun werk en status verloren. De ronin vonden de dood van hun meester oneervol en wilden daarom zijn dood wreken door de schuldige, Kira Yoshinaka, te vermoorden. Hierin slaagden ze, Kira werd onthoofd met een dolk. De ronin werden geprezen om hun trouw aan hun meester en het volgen van de erecode (bushidō). Ze werden uiteindelijk wel ter dood veroordeeld.



'

Een foto van Nakano Takeko (1847-1868)


Nakano Takeko was afkomstig uit het Aizu-domein in het zuiden van Japan. Nakano Takeko vocht en stierf in de Boshin-oorlog van 1868. Dit was een oorlog tussen de keizergezinden en het shogunaat. Het shogunaat had al eeuwenlang de feitelijke macht in handen in Japan. De keizer was niet meer dan een marionet. Hier wilde de nieuwe keizer Meiji een einde aan maken. Dit leidde tot de Boshin-oorlog. Het leger van de daimyo (een feodale krijgsheer) van Aizu was één van de laatsten die zich overgaven aan het keizerlijke leger. Nakano vocht met een naginata, een stafwapen. Ze was de leider van een speciaal opgericht leger dat uitsluitend uit vrouwen bestond. Ze zou samen met haar leger meer dan 2000 strijders hebben gedood. Tijdens een aanval tegen het keizerlijke leger raakte ze dodelijk gewond in haar borst. Ze wordt nog jaarlijks herdacht tijdens het herfstfestival van Aizu. 




Een foto van Nakano Takeko







Hirata Kocho


Hirata Kocho (links) was één van de vrouwelijke strijders in het speciaal opgezette vrouwenleger tijdens de Boshin-oorlog.





Een foto van een onbekende onna bugeisha

Bronnen:











Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heb je vragen of ander commentaar, plaats ze hier.