Greep uit de artikelen

woensdag 24 februari 2021

De geschiedenis van het bier

Waar komt bier vandaan?


Het woord bier komt van het Latijnse bibere wat drinken betekent. Het bierbrouwen begon echter niet bij de Romeinen, maar duizenden jaren eerder in het oude Mesopotamië. Het bierbrouwen is duizenden jaren lang aan vrouwen voorbehouden geweest. Het verspreidde zich uiteindelijk via het Romeinse Rijk in de rest van Europa.Vooral in Noord-Europa is bier niet meer weg te denken uit het leven van vele mensen. Het is één van de meest voorkomende alcoholische dranken in Noord- en Oost-Europa.



Het neolithicum of de nieuwe steentijd

Zo'n twaalfduizend jaar geleden vestigden jager-verzamelaars zich op een vaste plek en werden boeren.Ze gingen gerst verbouwen en maakte er brood en pap van. Men weet niet precies hoe bier is "uitgevonden". Men denkt dat de gerst of het brood nat was geworden (bijvoorbeeld door regenval) of dat de gerstepap te lang was blijven staan, waardoor deze ging gisten. Zo werd ontdekt dat dit goedje een bedwelmend effect had. Daarnaast bleek het ook nog voedzaam te zijn.

Aangezien vrouwen van oudsher verantwoordelijk waren voor het klaarmaken van de maaltijden, is het zeer waarschijnlijk dat vrouwen het eerste bier hebben uitgevonden en gemaakt. Vrouwen werden ook de eerste bierbrouwers en zouden dit duizenden jaren blijven.


Het oude Mesopotamië

Het oudste geschreven document waarin bier voorkomt, is ongeveer 6000 jaar oud en komt uit Soemerië, het zuidelijk deel van Mesopotamië (tegenwoordig Irak). De eerste sporen van bier stammen uit 3500 tot 3100 v. Chr. en zijn gevonden in het Zagrosgebergte in Iran. In het Soemerisch waren er verschillende woorden voor bier, zoals sikarudida of ebir dat biermok betekent. In Mesopotamië was bier een drank die tot het dagelijkse dieet behoorde. Bier was gezonder dan water, daarom dronk iedereen, jong en oud, bier. Op schilderijen, in gedichten en mythes werden mensen beschreven die bier dronken. Ze dronken het bier met een rietje om te voorkomen dat ze kruiden en stukjes brood inslikten. Het bier was namelijk heel bitter en niet gefilterd. Daardoor was het zo dik en troebel als pap. De Soemeriërs zagen bier als een geschenk van de goden om de mensen gelukkig en gezond maken.
De Codex Hammurabi

Alleen vrouwen waren bierbrouwers en mochten een café bezitten. Priesteressen en andere vrouwen brouwden bier ter aanvulling van de maaltijden. Bier werd van bippar (brood dat twee keer gebakken was) gemaakt dat gegist werd. In de oude Mesopotamische maatschappij waren het bier en de bierbrouwerij het enige domein dat door godinnen (Ninkasi, Siris en Siduri) en niet door goden werd beschermd. Bier werd gezien als een geschenk van de godin. In de Hymne aan Ninkasi, een gedicht uit 1800 v. Christus, staat het Soemerische recept voor bier.

Onder de Babylonische heerschappij werd het bier in Mesopotamië steeds meer een commercieel product. Er bestonden wel 20 soorten bier. In een van de oudste wetboeken die ooit gevonden zijn, de Codex Hammurabi, staan regels waaraan de vrouwelijke bierbrouwers en caféhoudsters zich moesten houden. Als een caféhoudster haar klanten bijvoorbeeld bedroog, mocht ze voor straf in de rivier gegooid worden. Daarnaast mocht een priesteres geen café openen of bier drinken in een café. Deed ze dit toch, dan werd ze ter dood veroordeeld.

Bier werd ook als ruilmiddel gebruikt. Aangezien er nog geen geld bestond, kregen arbeiders vaak in bier uitbetaald. Er is een vijfduizend jaar oude kleitablet gevonden in het zuiden van Irak waarop staat hoeveel bier iedere arbeider kreeg toebedeeld. Afhankelijk van de sociale status, kreeg iedere burger een dagelijks portie bier toebedeeld. Bier was ook een belangrijk product in de ruilhandel met het buitenland, in het bijzonder Egypte.


Het oude Egypte

Een bier brouwende Egyptische vrouw
In het oude Egypte heette de godin van het bier Tenenit, afgeleid van één van de Egyptische woorden voor bier, tenemu. De Egyptenaren veranderden de smaak van bier door er bijvoorbeeld dadels en granaatappels aan toe te voegen. Het meest populaire bier was Heqet of Hecht, een brouwsel met honing. Bier werd vaak bij religieuze ceremonies gebruikt en aan de goden geofferd. Hier werden arbeiders ook vaak in bier uitbetaald. Farao's werden vaak met bier begraven, zodat ze dit in hun leven na de dood konden drinken. In graftombes zijn afbeeldingen en hiërogliefen gevonden van vrouwelijke bierbrouwers.

De Egyptenaren geloofden dat de god Osiris de mens had leren bierbrouwen. Het bier werd net als in het oude Mesopotamië door vrouwen gebrouwen en was zo dik als pap. Later namen mannen het bierbrouwen over en ontstonden de eerste bierbrouwerijen.

De Egyptenaren waren zo dol op bier dat koningin Cleopatra VII snel in populariteit daalde toen ze als eerste een belasting op bier instelde. Aangezien bier vaak als medicijn werd gebruikt, vond men deze maatregel erg onrechtvaardig. Alhoewel Cleopatra beweerde dat ze de belasting instelde om openbare dronkenschap uit te bannen, gebruikte ze de opbrengst om de oorlog met de Romeinen te financieren.


De oude Grieken en Romeinen

Het bierbrouwen waaide van het oude Egypte over naar Griekenland. Het Griekse woord voor bier, zythos, kwam van het Egyptische woord voor bier, zytum. De Grieken dronken bier, maar waren er niet zo dol op als de Mesopotamiërs en Egyptenaren. Ze dronken liever wijn. De beroemde dichter Sophocles (496-406 v. Chr.) schreef dat het beste dieet voor de Grieken brood, vlees, groente en bier was, maar dat bier met mate gedronken moest worden.

Hetzelfde geldt voor de Romeinen na hen. Bier werd cerevisia genoemd, naar Ceres, de godin van de landbouw en vis dat kracht betekent in het Latijn. Bier moest in deze tijd vers gedronken worden en was troebel met weinig schuim. In de vroegere periode van het Romeinse Rijk werd er nog veel bier gedronken, daar kwam later echter verandering in. Toen werd bier beschouwd als iets voor de lagere Barbaren. Ze gaven de voorkeur aan wijn dat ze als geschenk van de god Bacchus beschouwden. De Romeinse historicus Tacitus schreef over de Germanen dat ze een afschuwelijk gebrouwen drankje van tarwe dronken. Keizer Julianus II schreef in een gedicht dat de geur van bier op de geur van een geit leek, terwijl de geur van wijn gelijk was aan de geur van nectar.

Aangezien druiven in het noordelijke klimaat niet konden gedijen, was bier in het noordelijke deel van het Romeinse Rijk een beter alternatief. Dat er bierbrouwers waren in dit gebied, blijkt uit de vondsten van grafstenen van bierbrouwers en -verkopers in Trier(Duitsland)en Metz(Frankrijk)uit de eerste eeuw na Christus en een kampement in Regensburg(in Bavaria,Duitsland)waar aanwijzingen voor een bierbrouwerij zijn gevonden.


Germanen en Kelten

De Germanen brouwden vanaf 800 voor Christus bier, in het Germaans ol geheten. Dit blijkt uit vondsten van biermokken met bierresten in een tombe in Kasendorf in Bavaria, Duitsland. Net als in Mesopotamië en het oude Egypte was de bierbrouwerij het domein van de vrouwen. Ze brouwden bier ter aanvulling van de maaltijden.

In de landen waar de Kelten woonden, zoals Engeland, was het brouwen van bier ook lange tijd in de handen van vrouwen.


De middeleeuwen

Het bierbrouwen werd nog steeds als een huishoudelijke bezigheid gezien en was dus nog steeds het domein van de vrouwen. In de loop van de tijd werd er echter ook steeds meer bier door monniken en nonnen gebrouwen. De opbrengsten van het bier zorgden ervoor dat de abdijen en kloosters in stand konden worden gehouden. Daarnaast mocht bier ook worden gedronken tijdens vastentijd. Men dacht in die tijd ook nog steeds dat het bier een geschenk van God was. Volgens de regels van de heilige Benedictus (die beschouwd wordt als de vader van het kloosterleven) moesten kloosters reizigers van eten en drinken voorzien. Hierdoor werden de kloosters in Europa stopplaatsen waar reizigers wat voedsel en stevig bier kregen. Uiteindelijk ontwikkelde deze praktijk zich tot het ontstaan van de eerste middeleeuwse café's. De monniken hebben voor veel vernieuwingen in de bierbrouwerij gezorgd, zoals het koelen van bier ter verbetering van de smaak.

Net als in vorige periodes was bier, net als brood, een hoofdbestanddeel van het dagelijkse dieet. Er werd jaarlijks wel 300 liter bier per persoon gedronken. In de middeleeuwen was bier een veel veiligere drank dan water en dronk jong en oud bier. Door de slechte hygiëne (alle ontlasting werd bijvoorbeeld in het water gegooid) zat het water namelijk vol ziekmakende bacteriën.


Bierbrouwers in de middeleeuwen
Rond de negende eeuw gebruikten de kloosters in Duitsland hop als ingrediënt. De eerste geschriften die over hop gaan, zijn afkomstig uit 1087 van de Duitse benedictijnse abdis Hildegard von Bingen, waarin ze onder meer schreef dat hop ervoor zorgt dat bier niet zo snel bederft. Hop voegde daarnaast ook een aangename bittere smaak toe aan het bier. Vóór deze tijd gebruikte men velerlei soorten kruiden en specerijen (gruit) om de zachte zoete en fruitige smaak van mout meer in balans te brengen. In het begin vonden de meeste mensen de bittere smaak van hop niet lekker, maar dit veranderde in de loop van de tijd. In Frankrijk werd er traditioneel koriander, gember en fruit zoals kersen toegevoegd aan het bier. De Belgische monniken beschouwden hop als duivels. In de veertiende eeuw verspreidde hop zich in Nederland en Vlaanderen. Brabant stond onder Duits gezag en het gebruik van hop was hier daarom verplicht.

In de zestiende eeuw stelde Duitsland een wet (Reinheitsgebot) in waarin stond welke ingrediënten (water, gerst, hop en in 1857 gist) moesten worden gebruikt om bier te brouwen en werd bier in grote hoeveelheden geproduceerd, in plaats van in individuele huishoudens. In Duitsland werd bier ook gezien als een belangrijk onderdeel van het dagelijkse dieet. De rest van Noord-Europa volgde als snel het voorbeeld van Duitsland.

In de Gouden Eeuw werd de productie van bier in Nederland commercieel. Amersfoort, Delft, Haarlem en Gouda waren belangrijke brouwerssteden. Het bier werd verscheept naar Duitsland, België en Engeland.


De industriële revolutie
Een stoommachine in een bierbrouwerij

De belangrijkste technologische ontwikkelingen in de bierbrouwerij deden zich pas in de negentiende eeuw voor. Met de uitvinding van de stoommachine in 1765 door James Watt brak de industriële revolutie aan en werd het bierbrouwen een geïndustrialiseerd proces zoals we het nu kennen. Scheikunde en biologie werden steeds belangrijker in de bierbrouwerij. Louis Pasteur ontdekte in 1857 dat er verschillende soorten gistcellen bestaan die niet allemaal even geschikt zijn voor een goede gisting en dus voor een goede smaak van bier. Hij had een methode ontdekt om zuiverder gist te maken, zodat het bier minder snel bedierf. Meer vernieuwing kwam er met de komst van de thermometer (om o.a. de gistings- en lageringtemperatuur te meten) en de hydrometer (om o.a. het gehalte te meten van de in water opgeloste stoffen, zoals suikers).


Lees ook:
De oudste thee ter wereld gevonden
Hatsjepsoet, de lang verborgen koningin van Egypte
Griekenland, de bakermat van de westerse beschaving
School van verleden tot heden: van Tablethuis tot iPadschool
De geschiedenis van de baard
Borstvoeding door de eeuwen heen

                



____________________________________________________________________

Bronnen en Afbeeldingen:   


  • Foto inleiding: Een Belgisch affiche uit 1896-1900, Door Armand Rassenfosse (1862-1934) [Public domain], via Wikimedia Commons
  • Foto gerstaar: By Etamme (Own work) [CC BY 3.0 (http://creativecommons.org/licenses/by/3.0)], via Wikimedia Commons
  • Foto Codex Hammurabi:Door VIGNERON (Eigen werk) [CC BY 3.0 (http://creativecommons.org/licenses/by/3.0)], via Wikimedia Commons
  • Foto bier brouwende Egyptische vrouw: Door yoav dothan (Eigen werk) [GFDL (http://www.gnu.org/copyleft/fdl.html)], via Wikimedia Commons 
  • Foto bierbrouwers uit de middeleeuwen: Das Ständebuch uit 1568, Jost Amman [Public domain], via Wikimedia Commons


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heb je vragen of ander commentaar, plaats ze hier.